Een gemeente in goede financiële gezondheid

Onroerende voorheffing, parkeren, GAS-boetes, administratieve documenten ... De tarieven en belastingen voor bewoners worden steeds hoger. Ondertussen krijgen de grote ondernemingen elk jaar nieuwe fiscale cadeaus. Dat moet veranderen. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.De gemeentekas staat in het rood. Dat kan niemand ontkennen. Maar er zijn verschillende keuzes om dit op te lossen: drastisch snijden in publieke en sociale diensten (zoals MR en Défi voorstellen); proberen op koers te blijven door de lokale belastingen te verhogen (zoals Ecolo en de PS het doen); of zoeken naar rechtvaardige financieringsbronnen om de inwoners ademruimte te geven. Dat is de optie waar de PVDA voor kiest.Vorst-Nationaal, uitgebaat door de multinational Live Nation, onttrekt jaarlijks 300.000 euro aan de gemeentebegroting door verlaagde belastingtarieven op de voorstellingen die er plaatsvinden. Verschillende gemeenten heffen een taks op grootwarenhuizen, maar Vorst doet dat niet. Die twee punten aanpakken, zou al honderdduizenden euro opleveren die de inwoners wat meer ademruimte geven.Bovendien moet de volgende meerderheid het voorbeeld geven op vlak van goed bestuur. De werkingskosten moeten tot het minimum beperkt worden. Elke cent die uitgegeven wordt, moet juist worden gebruikt en onnodige uitgaven moeten opgespoord en geëlimineerd worden.De gemeentefinanciën kunnen niet meer gebruikt worden om gaten op het gewestelijke of federale niveau op te vangen. Daarom moet het gemeentebestuur alle mogelijke hefbomen aanwenden om een herfinanciering van de gemeente te eisen die voldoet aan de noden.

Wat wij willen

Eén. Lagere belastingen voor de bevolking

  • We maken naschoolse opvang gratis.
  • We verlagen de prijs van administratieve documenten, te beginnen met pasporten, die we in lijn brengen met de gemiddelde prijs in Brussel (90 euro).
  • We houden de prijs van de bewonerskaart op maximaal €15 en passen democratische parkeertarieven toe. 
  • We pleiten voor een progressieve onroerende voorheffing: veelverhuurders en grote bedrijven meer laten bijdragen en de lasten voor kleine eigenaars verlagen. We oefenen druk uit op het Gewest om de berekening van de onroerende voorheffing te herzien. Op gemeentelijk niveau garanderen we een bevriezing van de voorheffing tijdens de hele legislatuur en het behoud van de premie BE HOME na 2026.
  • We beperken de huurindexering tot 2% en de huurkosten tot maximaal 10% van de huur in sociale en gemeentelijke woningen.

Twee. Sterkste schouders, zwaarste lasten

  • We schaffen de fiscale voordelen van Vorst-Nationaal af (300.000 euro per jaar).
  • We verhogen de bijdrage van de grote ondernemingen met een belasting op grootwarenhuizen, zoals in Anderlecht.
  • We verhogen de belastingtarieven voor kantoren, met bonus-malussystemen afhankelijk van de feitelijke bezetting van de panden. Dit zal ook helpen om speculatie op onroerend goed tegen te gaan.
  • Om dezelfde reden beboeten we braakliggende gronden.
  • We verhogen de aanvullende City Tax (belasting op toeristische accommodatie), waarbij we ons in de eerste plaats richten op de multinational AirBnB.
  • We voeren een belasting in op co-living-vennootschappen, een systeem van 'luxe' co-housing dat de huurprijzen in Brussel opdrijft.

Drie. Slimme en progressieve belastingen, geen vlaktaksen

  • Wij zijn tegen het liberale beleid van het Gewest om de belastingen voor grote bedrijven te beperken. 
  • We veranderen de vlaktaksen zoveel mogelijk om meer progressiviteit te introduceren.
  • We willen financieel aanvaardbare boetes. Het doel is niet om de bewoners te pluimen, maar om herhaling van incidenten te voorkomen.

Vier. De bevolking dienen, geen zelfbediening

  • Gemeenteraadsleden moeten het goede voorbeeld geven door hun werkingskosten en kabinetkosten tot een minimum te beperken.

Vijf. Zuurstof voor de gemeenten die investeren in de toekomst

  • We eisen een herfinanciering van de gemeenten door de gewestelijke en federale overheden.
  • We organiseren een solidariteitsmechanisme tussen de 19 Brusselse gemeenten.
  • We roepen de federale overheid op om de inkomsten te globaliseren. Hierdoor houdt de inkomstenbelasting rekening met inkomsten uit vermogen en zijn de toeslagen die door de gemeenten worden geïnd eerlijker.
  • We willen de ESA-boekhoudnormen uit 2010 herzien omdat ze investeringen in de weg staan. We willen een beweging van Europese steden op gang brengen om de Europese besparingsverdragen aan te vechten.
  • Wij vragen dat Belfius wordt ontwikkeld tot een echte publieke bank 2.0, ten dienste van de bevolking, de gemeenten en hun investeringen, evenals de investeringen die nodig zijn om de groene transitie te realiseren (hernieuwbare energie, isolatie van gebouwen ...).

Visie

Onze oplossingen om de financiële situatie van de gemeente te verbeteren

Multinationals zoals Live Nation zijn actief in de gemeente, maar betalen te weinig belasting. Hetzelfde geldt voor supermarktgiganten Colruyt, Aldi en Delhaize. Deze bedrijven profiteren van de collectieve infrastructuur, wegen en snelwegen, onderwijs, universitair onderzoek en faciliteiten zoals werktijdverkorting. Zonder deze collectieve diensten zouden ze niet kunnen werken of winst maken. Het is dan ook niet meer dan logisch dat hun bijdrage aan de financiën van gemeenten evenredig is. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.

De belasting op drijfkracht belast de energie die door grote bedrijven wordt gebruikt. Dit was een van de enige manieren waarop gemeenten de grootste vervuilers konden laten bijdragen aan de collectieve inspanning. Deze belasting is afgeschaft door het Gewest en de gemeenten ontvangen een compensatie. Tegelijkertijd eist het Gewest dat de gemeenten elke taks op grote bedrijven beperken. Dat kan niet. Gemeenten moeten het recht hebben om grote bedrijven te laten bijdragen aan de lokale financiën.

Over het algemeen heeft de concurrentie tussen steden en gemeenten geleid tot een race to the bottom op het gebied van vennootschapsbelasting. Om hier een einde aan te maken, zou de ideale oplossing zijn om het tarief voor deze belastingen op federaal niveau vast te stellen. Maar in afwachting daarvan stellen we voor om de belasting op drijfkracht in Brussel opnieuw in te voeren, behalve voor bedrijven die 100% groene energie gebruiken.

Ruimte in de Brusselse gemeenten is een strijd op zich. Ofwel staat de gemeente toe dat de betonbaronnen doorgaan met het bouwen van kantoren (die voor hen winstgevender zijn dan woningen), ook al staat er meer dan een miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg in de regio. Ofwel beslissen we om de ruimte optimaal te benutten en iedereen een dak boven het hoofd te geven. We willen vastgoedspeculatie bestrijden, in het bijzonder door projectontwikkelaars te laten betalen als ze kantoren bouwen wanneer dat absoluut niet nodig is. De PVDA stelt daarom voor om een hogere belasting te heffen op kantoorruimtes die langer dan zes maanden leegstaan. Een andere manier om speculatie tegen te gaan is de strijd tegen braakliggende terreinen. Er zijn er echt te veel in Brussel en meestal zijn ze in handen van grote projectontwikkelaars. Ook dat willen we belasten.

De belangrijkste bron van inkomsten voor de Brusselse gemeenten is de bijkomende onroerende voorheffing. Het is dus een "gemeentebelasting", een percentage op een belasting die al betaald is (de onroerende voorheffing). We willen meer geld halen bij degenen die meerdere huizen bezitten. Wij vinden dat de onroerende voorheffing progressief moet worden: ze moet laag zijn voor degenen die één huis bezitten en erin wonen, maar veel hoger voor de 3% veelverhuurders die samen 20% van de privéwoningen bezitten. Om van deze voorheffing een echte fiscaal rechtvaardige maatregel te maken, moeten de gemeenten druk uitoefenen op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en moet de voorheffing een progressief instrument worden: hoe meer je bezit, hoe meer je betaalt. Het doel is daarom om de onroerende voorheffing voor kleine eigenaars te verlagen.

We volgen dezelfde logica voor de inkomstenbelasting voor personen. We lobbyen op gewestelijk en federaal niveau om het progressieve karakter van de personenbelasting te vergroten. Zo zullen ook de gemeentelijke toeslagen op deze belasting meer wegen op de sterkste schouders en de zwakkere schouders ontlasten.

In 2017 werden de gemeentelijke belastingen op toeristische accommodatie geregionaliseerd (City Tax). Lokale overheden kunnen deze City Tax ook verhogen. We willen dit mechanisme gebruiken en ons in het bijzonder richten op de multinational AirBnB. Steeds meer huizen worden niet langer verhuurd aan lokale bewoners, maar aan toeristen via het AirBnB-platform. Achter het (soms correcte) beeld van een particulier die aan een particulier verhuurt, zitten steeds meer projectontwikkelaars die flatgebouwen opkopen om ze via AirBnB om te toveren tot ware hotels. Omdat accommodatie voor toeristen duurder verhuurd wordt dan accommodatie voor de lokale bevolking, stijgt de huurprijs zo voor iedereen. Dat is ook oneerlijke concurrentie voor echte hotels. We willen dit fenomeen bestrijden, met name door de belastingen op AirBnB-accommodatie te verhogen, maar ook door meer controle en door de wildgroei van AirBnB-accommodatie tegen te gaan.

Tot slot bestrijden we het fenomeen co-living, een systeem waarbij luxeappartementen worden gedeeld, door een belasting in te voeren op co-livingbedrijven.